Downloaden Handleiding
Het waarschuwingssysteem voor bandenspanning van dit voertuig meet niet rechtstreeks de bandenspanning, maar controleert en vergelijkt de afrolradius en omwentelingseigenschappen van elk wiel en elke band tijdens het rijden, om te bepalen of één of meer banden een zeer lage spanning hebben. Hierdoor gaat het controlelampje lage bandenspanning/waarschuwing bandenspanning branden en verschijnt er een bericht op de interface voor bestuurdersinformatie. Onder bepaalde ongewone omstandigheden, bijv.
wanneer uw voertuig vastraakt in ondiepe modder of verse sneeuw, kan het eenvoudiger zijn het voertuig los te krijgen met VSA tijdelijk uitgeschakeld. Wanneer het VSA-systeem is uitgeschakeld, werkt de tractieregeling minder goed. Hierdoor kunnen de wielen slippen bij een lage snelheid.
U dient alleen dan te proberen uw voertuig los te krijgen met uitgeschakeld VSA-systeem, indien het niet lukt het voertuig te bevrijden terwijl het VSAsysteem is ingeschakeld. Schakel VSA onmiddellijk na het loskrijgen van uw voertuig weer in. We adviseren om niet met uw voertuig te rijden wanneer het VSA-systeem is uitgeschakeld. Het is mogelijk dat u onmiddellijk na inschakeling van het voedingssysteem of tijdens het rijden geluid van onder de motorkap hoort terwijl systeemcontroles worden uitgevoerd. Dit is normaal.